Het boek
Joy is a net of love by which you can catch souls.
~ Mother Theresa ~





Uit het boek...

Hoe word ik weer Hindoestaan?

Als Jhadten in 2006 een spirituele reis naar India organiseert, weet ik dat ik mee moet. In de felle zon zit ik in een bak op de rug van een olifant. Kirsten, een Nijmeegse die ook is meegereisd naar India, zit naast mij. We bewegen van links naar rechts als de olifant ons behoedzaam naar de tempel brengt die op de top van de berg staat. De olifant zakt op zijn poten om mij te laten uitstappen. Langzaam loop ik naar de ingang van de tempel. Bij het beeld van een voor mij onbekende Hindoegodin sta ik opeens stil. Mijn voeten kunnen niet verder. Vastgenageld aan de grond blijf ik staan. 

”Betie, doe hier een puja voor mij.” Nanie is er! Ik hoor haar stem. Ze is al twintig jaar dood maar dient zich opeens aan in India. Ik ben overdonderd, maar voldoe aan haar wens. Ontroerd koop ik bloemen bij een van de vele aanbieders en leg het neer bij het beeld van de godin. 

“This is Durga. She is one of our most important Hindoe Goddesses”, zegt een stem naast mij. Ik draai mij om en zie onze reisgids Amar naast mij staan. Ik vertel hem wat er met mij is gebeurd. Hij knikt en laat mij alleen om nanie’s wens in vervulling te brengen. Ik zing op gevoel een aantal keren ‘Om Namah Shivaja’ en de Gayatrie mantra. Door mijn lijf stroomt een golf van blijdschap en liefde. Nanie is terug! Ze helpt mij via de puja om ook zelf contact te maken met de moedergodin Durga. Mata Durga of moedergodin Durga wordt afgebeeld met veel armen, waarmee ze een symbool of wapen vasthoudt. Deze symbolen zijn geschonken door andere goden. Hierdoor is ze goed bewapend om al het kwaad in de wereld aan te gaan en rechtvaardigheid in de wereld te herstellen. Zij symboliseert ook Shakti, de goddelijke vrouwelijke kracht.

“Vergeef mij, nanie dat ik er niet was toen je stierf. Pas toen je begraven was, hoorde ik over je dood”, fluister ik met tranen in mijn ogen. “Ik ben blij dat je bij mij bent.” 

De volgende dag bevind ik me samen met ons reisgezelschap dicht bij de Brahma-tempel die op een eilandje is gebouwd. Het is niet toegankelijk voor publiek. Mijn hart klopt opeens sneller, mijn gedachten verdwijnen. Er is slechts stilte in mij. Mijn hart vult zich met een overweldigend zachte stroom van energie. De tranen van ontroering stromen over mijn wangen. 

Ik hoor opnieuw ’nanie’s stem. “Betie doe ook hier een puja voor mij. Ik moet mijn lijn met Bharat herstellen.” Bharat is de Sanskriet-naam voor India. Ik schakel een pandit, een Hindoepriester in die mij helpt om een puja voor nanie te doen om haar lijn met India te herstellen. De pandit stelt mij vragen in het Hindi. Omdat ik slechts enkele woorden versta, geef ik allerlei foute antwoorden. Beschaamd vraag ik Amar om voor mij te vertalen. Ik troost mezelf met de gedachte dat India honderden dialecten kent. Ik doe mijn best om niet door de mand te vallen met mijn gebrek aan de taalkennis. Maar niet iedereen trapt erin. “Sister, do you speak Spanish? Your Hindi is no good”, zeggen sommige Indiërs tegen mij. Het klinkt komisch, maar ik proef de nasmaak. Zal ik mij ooit helemaal Hindoestaan voelen? 

(Lees het volledig verhaal vanaf bladzijde 144 in het boek 'Vrede sluiten met je afkomst')